|
Omschrijving |
Anna Leonowens, een jonge Engelse lerares, heeft iets gedaan dat Victoriaanse vrouwen nooit doen: deze jonge weduwe heeft duizenden kilometers gereisd, en haar klein naar een in het westen bijna onbekend land gebracht. Ze komt in Siam vol hoop en met een woordenboek in de hand. Wat er ook met haar kan gebeuren, ze kan niet terug.
Anna is in dienst genomen om voor de opleiding van de achtenvijftig kinderen van de Koning te zorgen. Ze weet bijna niets van Koning Mongkut behalve het feit dat zijn volk hem ais een god vereerd. Ze brengt een oost vs. west vooroordeel mee en beschouwt de koning ais onbeschaafd. Ze ontdekt snel dat de koning ook dergelijke vooroordelen heeft tegenover het westen en in het bijzonder tegen deze onbeschaamde Engeise vrouw.
Niettemin, beginnen Anna en de Koning elkaar te waarderen. Anna ontdekt dat Mongkut in feite een visionaire monarch is die van Siam een moderne natie wil maken. Wat de koning betreft, hij erkent dat Anna's licht niet alleen op hem en zijn familie heeft geschenen, maar ook op heel Siam. |