|
Omschrijving |
In 1890 werkte de bevolking van Aalst onder erbarmelijke omstandigheden in de textielfabrieken. Misbruikt en uitgebuit door de rijke fabrieksdirecteuren omwille van winst. Mannen werden ontslagen omdat vrouwen goedkoper werkten. Kinderen werkten dag en nacht en raakten zo vermoeid dat ze vaak in slaap vielen en onder de machines werden vermorzeld.
Dat is de situatie die priester Adolf Daens aantreft bij de terugkeer in zijn geboortestad. Daens verzet zich tegen deze wantoestanden. Eerst vanaf de kansel, later ook in de kamer van volksvertegenwoordigers. |