|
Omschrijving |
Geboren in New York, en daarna een ogenschijnlijk heftig leven geleden in achtereenvolgens Kansas, Arizona en New Mexico, begint de film in 1906, als de ‘oude’ Henry (Tim Blake Nelson) inmiddels een kleine boerderij runt in de weidse graslanden van Oklahoma. Z’n vrouw is overleden, dus het zijn vooral Henry en z’n zoon Wyatt (Gavin Lewis) die voor dag en dauw opstaan om het harde werk op de boerderij uit te voeren. Wyatt verveelt zich daarin kapot, en snapt ook niet waarom z’n vader ooit neergestreken is in zo’n saai leventje. Hij klaagt er wat over tegen oom Al (Trace Adkins), die echter wel begrijpt waarom Henry zo’n teruggetrokken bestaan wilde gaan leiden.
Als er een verdwaald paard voorbij draaft, met bloed op het zadel, gaat Henry op onderzoek uit. Hij vindt al snel de gewonde Curry (Scott Haze), maar ook een zak vol met geld. Met lichte tegenzin neemt hij Curry mee naar z’n boerderij, waar hij hem verzorgt. Als er echter een drietal outlaws langskomt, onder leiding van Ketchum (Stephen Dorff), vertrouwt Henry het niet helemaal, en wimpelt ie hen wat af. Helaas lijkt Ketchum Henry’s bedrog te doorzien, waarna de onvermijdelijke shoot out steeds dichterbij komt. Wyatt is echter nogal teleurgesteld dat hij niet mee mag vechten, maar het duurt niet lang totdat hij erachter komt wat z’n vaders reden daarvoor is ... |