|
Omschrijving |
Mija is een vrouw van in de zestig die krijgt te horen dat ze aan alzheimer in een vroeg stadium lijdt. Ze zorgt voor haar kleinzoon Wook, een nauwelijks pratende scholier die zich alleen maar met televisie en videospelletjes lijkt bezig te houden.
Dankzij een cursus poëzie leert Mija langzaam anders naar de wereld te kijken en dat is nodig. De ellende stapelt zich om haar heen op, met als dieptepunt dat Wook en zijn vrienden herhaaldelijk deelgenomen blijken te hebben aan een routineuze groepsverkrachting met de zelfmoord van het meisje als gevolg. De vaders van alle andere jongens vinden het logisch om met zijn allen de moeder van het meisje af te betalen zodat hun zonen geen problemen krijgen, maar voor Mija is dat niet zo vanzelfsprekend.
Te midden van deze misère probeert zij de schoonheid in alledaagse voorwerpen te vinden om een gedicht te kunnen schrijven, terwijl haar geheugen haar steeds meer in de steek laat. In zekere zin is dat ook wat Lee doet met de film: de verborgen schoonheid vinden in het leven en de persoonlijkheid van Mija, terwijl een cynische (mannen)maatschappij haar in de marge duwt. Dat is de ware poëzie van de film, niet zozeer de letterlijke poëzielezingen in de film, die zeker in vertaling niet echt overkomen en de film af en toe ophouden. |