|
Omschrijving |
JIn het bijzijn van een handvol journalisten krijgt Qala (Triptii Dimri) in het Calcutta van de jaren dertig een gouden plaat uitgereikt. De stemming wordt bedrukt als een van de aanwezigen naar de muzikale erfenis van haar ouders vraagt. Geleidelijk loopt de scène over in een eerste flashback naar de tijden die Qala tevergeefs uit haar gedachten probeert te verdringen.
Qala's moeizame geboorte kostte haar tweelingbroer destijds het leven en haar moeder Urmila (Swastika Mukherjee) heeft het gemis van een eigen zoon nooit echt kunnen verwerken. Ze steunt haar dochter in haar wens om in navolging van haar muzikale ouders als zangeres door te breken, maar drukt haar wel op het hart dat het moeilijker zal worden, "omdat ze nu eenmaal een vrouw is". Als Qala tijdens een belangrijk eerste optreden het podium moet delen met een getalenteerde weesjongen, herkent Urmila in diens zoetgevooisde stemgeluid de gewenste zoon die ze zelf nooit mocht grootbrengen.
Door de afwijzende houding van haar moeder en de intrede van Jagan (Babil Khan), een 'broer' tegen wil en dank, raakt Qala vervreemd van haar familie en kan ze haar eigen talent moeilijk omarmen. |