|
Omschrijving |
De geknakte levens van de twee broers beginnen thuis, waar hun alcoholische moeder zichzelf bijna dood drinkt, in een intens in beeld gebrachte scène. Ze moeten zichzelf redden, wat redelijk lijkt te lukken omdat kinderen nu eenmaal de gegeven omstandigheden als normaal ervaren, hoe extreem die ook zijn. Maar feit blijft dat ze veel te jong volwassen moeten worden, en de rollen tussen moeder en kind veel te vroeg worden omgedraaid. Wat de gevolgen daarvan kunnen zijn (met de nadruk op kúnnen, want lang niet alle kinderen zoals zij belanden op het slechte pad), zien we in hun latere leven, als de ene broer net uit de gevangenis komt en de andere broer als alleenstaande vader een zesjarig zoontje opvoedt, terwijl hijzelf aan de drugs verslaafd is.
Het tragische dubbelleven dat deze broer leidt, vormt het beste en ontroerendste deel van de film: hij wil graag een normale vader zijn die fris aan het schoolplein van zijn zoon staat, maar hij moet toch zijn dagelijkse shot hebben, zonder dat zijn zoontje dat mag doorhebben. Dat lukt niet altijd, zodat de geschiedenis zich herhaalt en ook hier weer een kind opgroeit dat zich zorgen maakt om een ouder in plaats van andersom. De levens van de broers kruisen elkaar nooit, maar ze zijn verbonden door een gemeenschappelijk trauma, dat Vinterberg zonder remmingen en schroom laat zien, omdat deze levens nou eenmaal niet mooier kunnen worden dan ze zijn. |