|
Omschrijving |
Toen Duitsland op 23 september 1939 Polen binnenviel, speelde op dat moment de veelbelovende, jonge pianist Wladyslaw Szpilman een stuk van Chopin voor de Poolse radio. Op het moment dat een bom vlakbij de radiostudio inslaat, is de zender voor zo’n zes jaar uit de lucht. In de eerste uitzending in 1945 vervolgt de joodse Szpilman zijn spel. Hij heeft de oorlog overleefd, als enige van zijn familie.
Als de oorlog uitbreekt, wordt Szpilmans familie al snel gedwongen in het joodse getto van Warschau te gaan wonen. Een wijk, door de Duitsers steeds verder verkleind, waar aan alles een gebrek is; brandstof, eten en woonruimte. Vanaf dat moment heeft iedere jood in Polen nog maar één prioriteit: overleven.
Szpilmans familie weet in de eerste maanden de dagelijkse razzia’s en executies te doorstaan, tot op het moment dat ook zij worden opgepakt en op transport worden gesteld. Wladyslaw wordt echter op het laatste moment uit de rij gepikt door een joodse politieagent – het waarom hiervan wordt nooit duidelijk.
Hij duikt onder in Warschau en weet al zwervend, soms geholpen door vrienden en mensen die hem herkennen als pianist, te overleven. Nadat een laatste opstand in het getto wordt neergeslagen, is hij één van de laatste bewoners van het verlaten oord. Vrijwel uitgehongerd wordt hij uiteindelijk geholpen door iemand van wie het het laatste verwacht had - een Duitse soldaat. |
