|
Omschrijving |
Valentine, een studente die haar brood verdient als mannequin, rijdt een hond aan. Ze brengt hem naar de eigenaar, een gepensioneerde rechter. Het is een eenzelvige man die weinig om de hond lijkt te geven. Hij brengt zijn tijd door met het afluisteren van telefoongesprekken van zijn buren. Valentine wil hen waarschuwen, maar ziet daar op het laatste moment van af. Ze beseft dat ze die mensen niet werkelijk een dienst bewijst, maar het doet voor haar eigen gemoedsrust. Het is de rechter die de onzelfzuchtigheid van haar daden in twijfel trekt. Er ontstaat een vriendschap waarin ze dingen van elkaar weten en begrijpen zonder dat ze uitgesproken hoeven te worden.
Een andere vorm van verwantschap bestaat tussen de rechter en Auguste, een rechtenstudent. Auguste weet niets af van het bestaan van de rechter, de rechter kent Auguste alleen via de telefoongesprekken die hij afluistert. Het leven van Auguste verloopt parallel aan dat van de rechter, die jaren geleden zijn grote liefde verloor toen hij ontdekte dat ze hem bedroog. Valentine is, zoals hij zegt, de vrouw die hij daarna nooit meer ontmoet heeft. Ook Auguste heeft Valentine nooit ontmoet, terwijl ze vlak bij elkaar wonen en hun paden zich meermalen bijna gekruist hebben. |