|
Omschrijving |
Het is 1969. Terwijl de media vervuld zijn van anticipatie naar de eerste landing op de maan, is het voor Caro Werner (Neeltje De Vree) het jaar waarin ze haar eerste communie moet doen. Het gezin Werner - vader moeder en vijf kinderen - is echter zeer strikt katholiek, en ingefluisterd door haar vader meent Caro dat het betreden van de maan een eerste stap naar het bereiken van de hemel is, en dus heiligschennis. In het conservatieve gezin is elke stap vooruitgang een zonde, en als de vrijgevochten tante Connie (Anneke Blok) er niet geweest was, zat de familie zelfs verstoken van televisie op dit historisch moment. Vader Mees (Huub Stapel) probeert een varkensbedrijf te runnen, maar is een pathetische dronkelap, die meer dan eens door de politie 's morgens naar huis wordt gebracht opdat die zijn roes zou uit kunnen slapen. Het fabeltje dat vader naar Frankrijk is voor zaken, geloven de kinderen al lang niet meer, en Caro luistert stiekem een telefoontje af waarin moeder Ita (Johanna Ter Steege) met haar zus overleg pleegt over een mogelijke scheiding, in die tijd een ongelofelijk schandaal uiteraard. Als Caro uit opstandigheid zegt dat ze haar communie niet wil doen, kan haar vader haar toch overtuigen; in ruil zal hij van de fles blijven. Eventjes lijkt dit goed te gaan, maar wanneer het protestantse vriendje van Caro ook op het communiefeest aanwezig is, zuipt Mees zich te pletter, en zet de familie te schande. En door het feit dat hij de boerderij laat verwaarlozen, sterven ook nog eens al zijn varkens aan ondervoeding, waardoor de familie Werner hét uitverkoren mikpunt van spot wordt van de "zwartkousen", de protestantse roddelwijven. |